-
1 brommen
1 [grommend geluid voortbrengen] 〈 bijen〉 bourdonner ⇒ 〈 hond〉 gronder ⇒ 〈 motor, apparaat〉 ronronner2 [mopperen] bougonner4 [gevangen zitten] faire de la tôle5 [op een bromfiets rijden] rouler en vélomoteur♦voorbeelden:hij bromde dat hij geen tijd had • il marmonna qu'il n'avait pas le temps…, wat ik je brom • …, je t'en fiche mon billet -
2 brommen
1 [mompelen] mutter♦voorbeelden:2 [gevangen zitten] do time3 [op een bromfiets rijden] ride a moped♦voorbeelden: -
3 brommen
ворчать; реветь; жужжать; гудеть; сидеть в тюрьме; жужжать гудеть; мурлыкать; брюзжать ворчать; гудеть, звенеть; быть в отсидке* * *(d)1) жужжать, гудеть2) ворчать* * *гл.1) общ. ворчать, жужжать, реветь (о животных), гудеть2) разг. сидеть в тюрьме -
4 brommen
v. murmur, grumble, mutter, drone, buzz, hum -
5 brommen
ww1) bourdonner2) gronder [chien]3) bougonner, grommeler4) marmonner5) faire de la tôle [prison] -
6 brommen
• to hum -
7 brommen
1) sorla2) surra3) muttra4) gnola5) mumla -
8 brommen
harıldamak [-ar] v -
9 brommen
bourdonner, murmurer, ronronner -
10 in zijn baard brommen
in zijn baard brommen -
11 op een kind brommen
op een kind brommen -
12 hij zal zes weken moeten brommen
hij zal zes weken moeten brommenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij zal zes weken moeten brommen
-
13 in zijn baard brommen
in zijn baard brommenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in zijn baard brommen
-
14 to hum
brommen -
15 ворчать
brommen, mopperen -
16 brummen
brummen4 brommen, (in de gevangenis) zitten5 na-, schoolblijven♦voorbeelden:3 mir brummt der Kopf, Schädel • mijn hoofd dreunt, bonstII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 〈 sport en spel〉knallen, schieten -
17 grunt
-
18 grommeler
grommeler [gromlee]1 mopperen ⇒ knorren, brommenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 brommen ⇒ knorren, mompelen, binnensmonds uitenvmopperen, brommen -
19 buzz
n. gezoem; telefoonbel--------v. zoemen; gistenbuzz1[ buz] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 brom/gons/zoemgeluid ⇒ gebrom, gezoem; geroezemoes♦voorbeelden:————————buzz21 zoemen ⇒ brommen, gonzen; roezemoezen♦voorbeelden:the crowd buzzed with excitement • een opgewonden geroezemoes klonk op uit de menigte〈voornamelijk Brits-Engels; slang〉 buzz off • 'm smeren, aftaaienbuzz off! • wegwezen!, donder op!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 laten brommen/gonzen/zoemen/snorren♦voorbeelden: -
20 groan
n. (ge)kreun, gesteun; gekraak (v. hout onder zware last)--------v. kreunen, kermen, steunen; gebukt gaan (onder last), zuchtengroan1[ groon] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (ge)kreun ⇒ gekerm, gesteun————————groan21 kreunen ⇒ kermen, steunen♦voorbeelden:groan with pain • kreunen van de pijn→ board board/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Der junge Tischlermeister — Ludwig Tieck *1773 †1853 Der junge Tischlermeister ist ein Zeitroman[1] in sieben Abschnitten von Ludwig Tieck, der 1836 bei Reimer in Berlin erschien. Aus kindlicher Liebe zu Goethe kehrt der verheiratete protestantische Tischlermeister Leonhard … Deutsch Wikipedia
brummen — Vsw std. (12. Jh.), mhd. brummen Stammwort. Lautmalende Bildung, der Wörter für summen, surren am nächsten stehen (Breme, Bremse). Weiter ab liegt die Bedeutung brüllen , die bei entsprechender Lautform vorkommt (ahd. breman, l. fremere u.a.) Die … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
brummen — brummen: Das Verb mhd., spätahd. brummen steht im Ablaut zu mhd., mnd. brimmen »brummen, brüllen« und mnd. brammen »brummen, schreien, klagen«, vgl. außerhalb des Dt. z. B. niederl. brommen »brummen, summen, surren« und schwed. brumma »brummen,… … Das Herkunftswörterbuch
Sonne — 1. An der San verdänt em de Schäden. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 474. 2. An der Sonne öffnet sich die Rose. 3. Auch die Sonne hat ihre Flecken. »Genug, wenn Fehler sich mit grösserer Tugend decken; die Sonne zeugt das Licht und hat doch… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Tonne — 1. Die Tonne kann nichts dafür, ob sie Wasser hält oder Bier. Die Russen: Die Tonne weiss es wohl, ob sie Bier in sich hat oder Kwas. (Altmann VI, 430.) 2. Die Tonne riecht immer nach dem Hering. Eine gemeine Herkunft, eine rohe Erziehung lässt… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon